Overslaan en naar de inhoud gaan

Passieve vistechnieken

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

 

Passieve visserijmethodes

 

Kieuwnetten en soortgelijke staande netten:

• Kieuwnetten

Het net is opgebouwd uit mazen die een gordijn vormen dat verticaal in het water staat of hangt. Vissen komen erin vast te zitten met hun kieuwdeksels. Gezien de wijdte van de mazen gereglementeerd is, kunnen kleine exemplaren erdoorheen glippen en de grootste exemplaren worden niet gevat door het net.

 

- Geankerde kieuwnetten worden op de bodem geplaatst en vastgemaakt met behulp van een anker. Ze komen in een verticale positie in het water te staan door drijflichamen in de bovenpees en zinkers in de onderpees. Kieuwnetten kunnen meerdere kilometers lang zijn.

Doelsoorten: benthische soorten zoals tong, wijting, zeeduivel …

 

 

- Drijfnetten hangen als een gordijn in de waterkolom en laten toe om op pelagische soorten
te vissen. De netten drijven mee met de dominante stromingen.
Doelsoorten: sardien, haring, zwaardvis, tonijn, pijlinktvis …

 

 

 

• Schakels of warrelnetten

 

Een warrelnet (geen afbeelding) bestaat uit 3 lagen: een binnenste net en aan beide zijden ervan een wijdmazig net. De gevangen vissen raken verstrikt en komen steeds vaster te zitten bij het spartelen. Warrennetten kunnen, net zoals de kieuwnetten (zie afbeeldingen hierboven), verankerd worden of drijvend in de waterkolom hangen.

Doelsoorten: migrerende zalm en zeeforel (verankerde netten). Haring, tonijn, pijlinktvis, haai (drijfnetten).

 

Mogelijke milieu-impact van staande netten:
- vangst en teruggooi van niet-doelsoorten (waaronder bedreigde soorten);
- verlies van vistuig, met als gevolg spookvisserij (het verloren materiaal blijft dieren vangen);
- bijvangsten van zeezoogdieren, en van tijd tot tijd ook van zeeschildpadden.

 

In overeenstemming met de nationale regelgeving moet het aantal staande netten en het aantal lopende meters die een visser in bezit heeft, aangegeven worden en mogen ze niet achtergelaten worden op zee (normaal gezien worden deze netten binnen de 24 en 48 uur opgehaald nadat ze zijn uitgezet). Drijvende netten (zowel kieuw- als warrelnetten) zijn sinds 2002 verboden in de wateren van de EU omdat er accidenteel zeezoogdieren in de netten terecht komen.

 

 

Haken en lijnen:

•Sleeplijnen en hengels

Sleeplijn: een lange lijn, voorzien van meerdere haken (met aas of andere lokmiddelen), wordt achter een schip aan voortgesleept.

Hengel: maakt gebruik van lijnen waaraan haken met aas worden gehangen. Ze worden manueel of machinaal bediend. Deze techniek (soms met de Engelse term ‘pole and line’ aangeduid) maakt het mogelijk om te jagen op vissen die naar het oppervlak worden aangetrokken door het aas of door het licht.

Doelsoorten: tonijn, makreel, zalm, zeebaars …

 

Milieu-impact van sleeplijnen en hengels:
- deze technieken hebben in hun geheel een beperkte invloed op het milieu.

 

 

 

• Beuglijn: grondbeug

Een beug methode bestaat uit een lange hoofdlijn, voorzien van meerdere zijlijnen die elk van een haak met aas voorzien zijn. Bij de verre visserij kan de beuglijn een lengte hebben van 20 km en 12 000 haken dragen, terwijl in de kustvisserij deze lijnen lichter zijn en tot maximaal 1 200 haken dragen. Vaak worden sardienen of pijlinktvissen gebruikt als aas. Bij de grondbeug wordt de lijn tijdelijk op de bodem achtergelaten.

-Grondbeug: De lijn wordt tijdelijk op de bodem achtergelaten voor het vissen van zeebaars, heek, kabeljauw, tandbaars …

 

 

-Drijvende beug: Door het gebruik van vlotters wordt de lijn horizontaal in het midden van de waterkolom
gehangen en tijdelijk achtergelaten. Voor het vissen op zwaardvis, tonijn, haai … op volle zee.

 

 

 

Mogelijke milieu-impact van beuglijnen
- bijvangst van zeevogels in de haken;

- bijvangst van niet-doelsoorten, waaronder bedreigde soorten haaien en zeeschildpadden;
- verlies van vistuig met ‘spookvisserij’ tot gevolg (het verloren materiaal blijft dieren vangen). Dit probleem is echter van korte duur, gezien het aas verdwijnt.

 

Het gebruik van cirkelvormige vishaken vermindert de accidentele vangst van haaien of zeeschildpadden, en het plaatsen van beuglijnen tijdens de nacht vermindert de vangst van vogels. Het gebruik van gewichten om de beuglijnen sneller te laten zinken en het gebruik van gekleurde, klapperende linten, schrikken vogels af en houdt ze op afstand.

 

Korven:

•  Korven, vallen, fuiken en weren

Korven, potten of vallen worden vooral gebruikt voor de vangst van schaal- en schelpdieren die op de bodem leven. Ze worden uitgerust met aas van verse vis en op de zeebodem geplaatst. Ze worden  gedurende een periode, gaande van enkele uren tot enkele dagen, ter plaatste gelaten. Sommige vissers landen hun vangsten dagelijks aan. Andere bewaren de schaal- en weekdieren aan boord in viskaren (met water gevulde ruimten), terwijl ze meerdere weken op zee vertoeven. Deze visserijtechniek is selectief en houdt de dieren levend in het geval teruggooi nodig is door bijvangst. Fuiken en weren zijn constructies uit netmateriaal of takken, waarin de dieren naar een compartiment geleid worden waar ze niet meer uit kunnen.
Doelsoorten: krab, langoest, kreeft, octopus, kongeraal, paling (fuik), blauwvintonijn in almadraba (fuik)…

 

Mpgelijke ilieu-impact van korven en vallen:
- het verloren materiaal blijft dieren vangen (spookvisserij);
- deze technieken hebben in hun geheel een beperkte invloed op het milieu.

 

 

Het gebruik van ontsnappingsluiken vermijdt de vangst van te kleine dieren. Er bestaan ook systemen waarbij de netten van de korven of fuik vergaan na een aantal weken van onderdompeling (vermijden van spookvissen).

 

Handmatige schelpdiervisserij in getijdengebied

Bij laagwater gaan professionele vissers te voet schelpdieren verzamelen in het getijdengebied. Wat men in Frankrijk ‘pêche à pied’ noemt.
Doelsoorten: kokkel, tapijtschelp, venusschelp …

 

Mogelijke milieu-impact van handmatige schelpdiervisserij (getijdengebied):

- vertrappelen van de strandflora
- verstoren van vogels

- deze techniek van vissen is verder zeer respectvol voor het milieu onder de voorwaarde dat de beheerregels gerespecteerd worden (seizoen, quota ...).

 

Handmatige schelpdiervisserij al duikend

De visser gaat al duikend (met of zonder perslucht) op zoek naar schelpdieren in water van enkele meters diep. Er wordt met de hand ingezameld.

Doelsoorten: sint-jacobsschelp, zee-oor, spinkrab, zee-egel …

 

Mogelijke milieu-impact van handmatige schelpdiervisserij (duikend):
- deze techniek van vissen is zeer respectvol voor het milieu onder de voorwaarde dat de beheerregels gerespecteerd worden (seizoen, quota ...).