Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

Antarctische diepzeeheek – soms ook Chileense zeebaars of Antarctische kabeljauw genoemd – leeft in de koude wateren van de Zuidelijke Oceaan. Het is een roofvis die meer dan 2 meter lang kan worden, meer dan 80 kg kan wegen en 35 jaar oud kan worden. De mannetjes planten zich vanaf 6 à 7-jarige leeftijd voort bij een gemiddelde lengte van 56 cm, terwijl de vrouwtjes pas vanaf hun 9 à 10de jaar geslachtsrijp worden bij een gemiddelde lengte van 85 cm. Antarctische diepzeeheek is om deze redenen bijzonder kwetsbaar voor overbevissing.
De soort leeft dicht bij de bodem (demersale levenswijze) van de kustzone tot op grote dieptes (ongeveer tot op 2 400 meter). De soort wordt bevist tussen de 500 en 2 000 meter. In de Franse Exclusieve Economische Zone (EEZ ) van de Kerguelen en Crozet is de beug de enige toegelaten vistechniek. Buiten de Franse EEZ laten bepaalde landen ook visserij met bodemsleepnetten toe.

 

Recente consumptie

De vangst en de consumptie van deze soort is pas ontstaan in de jaren 90. Antarctische diepzeeheek is zeer gegeerd omwille van het witte, sappige vlees, wat heeft geleid tot grote commerciële interesse en zelfs tot illegale visserij. Het zeer vette vlees kan rauw gegeten worden in sushi of sashimi. De soort is bijzonder populair in Azië en in de Verenigde Staten, waar ze voor hoge prijzen verkocht wordt (90% van de Franse vangsten worden geëxporteerd). De commerciële waarde van deze visserij en de nevenactiviteiten zijn voor Frankrijk, op blauwvintonijn na, de meest winstgevende.

Herstelde bestanden

De bestanden van Antarctische diepzeeheek, die worden opgevolgd door de CCAMLR (Commissie voor de Instandhouding van de Antarctische Mariene Hulpbronnen), bevinden zich in de wateren van de subantarctische eilanden (Zuid-Georgia, Kerguelen, Heard en McDonald, Crozet, Macquarie, Marion et Prince-Edouard, Falklands) en op het continentaal plat van Zuid-Amerika (vnl. binnen de EEZ ’s van Chili en Argentinië). Met de EEZ van Kerguelen en Crozet, die deel uitmaken van de Franse administratie TAAF (Terres Australes et Antarctiques Françaises), bezit Frankrijk het grootste bestand van Antarctische diepzeeheek ter wereld. Van de 20 800 ton die wereldwijd mag gevangen worden, heeft Frankrijk het grootste quotum (een derde van de totale vangsten opgevist in Franse EEZ's).

De bestanden van deze diepzeeheek waren in de periode tussen 1995 en 2003 sterk verzwakt door illegale visserij. De in 2006, 2010 en 2013 uitgevoerde wetenschappelijke ramingen van het bestand in de Kerguelen tonen aan dat de globale biomassa bestendigd wordt en er een goede aanwas is van jonge dieren. De toestand van dit bestand is goed gekend en is niet onrustwekkend. De huidige exploitatie kan dan ook als duurzaam worden beschouwd.

 

De diepzeeheken worden onmiddellijk na vangst aan boord van de visserijschepen diepgevroren. De belangrijkste invoerders van Antarctische diepzeeheek zijn de Aziatische landen, Noord-Amerika en de Europese Unie. In 2016 importeerde België 80 ton van deze diepzeeheek.

 

 

Illegale visserij aangepakt

De door stropers uitgevoerde illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IUU) is lange tijd een grote bedreiging geweest voor de soort. Tussen 1998 en 2002 was van de 240 000 ton Antarctische diepzeeheek die op de internationale markt werd verhandeld slechts de helft op een legale manier gevangen. Om deze illegale visvangst te bestrijden, voerden Frankrijk en Australië een doortastend beleid (het hele jaar door bewakingspatrouilles, controle van illegale vissers) waardoor de IUU-visserij in de wateren onder hun rechtsbevoegdheid uitgeroeid werd. Sinds 2001 geldt er een heel strikte visserijreglementering.

 

Sterk omkaderde visserij

In Frankrijk wordt het beheer van de visserij op Antarctische diepzeeheek verzekerd door de Franse administratie TAAF (Terres Australes et Antarctiques Françaises), geholpen door het Nationaal Natuurhistorisch museum (MnHn), die als wetenschappelijk adviseur optreedt. Dit beheer
streeft naar een duurzame exploitatie door:
• jaarlijks voor elke EEZ een aparte totale toegestane vangst (TAC) te bepalen , en deze te verdelen onder alle in deze visserij actieve schepen (individuele visserijquota);
• een rigoureuze en aangepaste regelgeving om de milieueffecten te beperken (verbod op kieuwnetten en bodemsleepnetvisserij, beperkingvan de visdiepte, minimummaat, , beperking van de (accidentele) bijvangst en etc.);
• een permanente controle aan boord door beëdigde visserijcontroleurs (naleving van quota's en regelgeving). Zij zijn ook verantwoordelijk voor de implementatie van de verschillende protocollen voor wetenschappelijk toezicht op de visserij;
• een aanlandplicht op het eiland Réunion en een verplichte aanlandingscontrole van alle vangsten.

 

Toen in 2016 het nationale natuurreservaat van de Franse Zuidelijke Gebieden richting zee uitgebreid werd en nu er recent ook een beschermingsbevel voor dit reservaat in actie kwam, zijn alle zones waar op Antarctische diepzeeheek gevist wordt in de EEZ's van Crozet en Kerguelen nu geïntegreerd binnen het plan voor het mariene beschermde gebied. Dit voorbeeld toont aan dat milieubescherming en duurzame economische ontwikkeling verzoenbaar zijn. Let wel: in andere zogenaamde ‘marien beschermde gebieden’ heerst er wel een visserijverbod, omdat er (nog) belangrijke ecologische problemen geïdentificeerd zijn.

TE ONTHOUDEN

  • Omwille van de hoge handelswaarde was Antarctische diepzeeheek tot in het begin van de jaren 2000 onderhevig aan een intense stroperij door piratenschepen.
  • De illegale visvangst van Antarctische diepzeeheek werd ondertussen uitgeroeid in de Franse en Australische EEZ, maar gaat voort in de internationale wateren.
  • De consumptie van Antarctische diepzeeheek uit de viszones onder Franse en Australische jurisdictie kan aanbevolen worden.
  • Vijf visserijen van Antarctische diepzeeheek zijn met een MSC-label gecertificeerd: de Franse visserij in de Kerguelen, één door de Falklandeilanden, twee door Australië en één door Zuid-Georgia.

WEETJES

Zeevogels

Beuglijnen vormen een bedreiging voor zeevogels die tijdens het uitwerpen van de lijn, aangetrokken worden door het aas en aan de vishaken terecht komen en verdrinken. De visserij op Antarctische diepzeeheek zorgde vroeger voor een hoge sterfte van albatrossen en stormvogels. Dit verschijnsel is aanzienlijk verminderd dankzij een actieplan van de administratie van de TAAF in samenwerking met de vissers. Het verbod om overdag de lijnen uit te werpen heeft het sterftecijfer van albatrossen tot nul teruggebracht. Door het invoeren van afschrikkingsmiddelen (wimpels op de lijnen), het verminderen van teruggooi en het verzwaren van de lijnen is ook het sterftecijfer van stormvogels sterk gedaald. Ook zijn er periodes ingelast waar de visserij niet is toegestaan. Daarenboven worden straffen opgelegd wanneer vaartuigen toch teveel zeevogels vangen.

 

Plundering door orka's en potvissen

Sinds de bodemsleepnetten begin 2000 verplicht door de beug werden vervangen, hebben orka’s en potvissen snel geleerd hoe ze zich konden voeden met de vis aan de haken tijdens het inhalen van de lijnen. Dit verschijnsel vindt hoofdzakelijk plaats in Crozet, waar het gemiddelde verlies door orka’s geschat wordt op 30 à 40 % van de vangsten. De Antarctische diepzeeheek vormt nochtans geen onderdeel van het natuurlijke dieet van de orka, maar de gelegenheid maakt de dief.  Lokaal worden maatregelen getroffen om dit plunderen te verminderen in het kader van de legale visserij en het probleem wordt ook wetenschappelijk opgevolgd.

 

Bescherming diepzeesoorten

Maatregelen genomen voor het beschermen van diepzeesoorten. ...[Lees meer]