Laatst bijgewerkt: Mei 2025
➜ BIOLOGIE
- FAMILIE: Pleuronectidae.
- KENMERKEN: Afgeplat en ovaal lichaam, kleur variërend van beige tot lichtbruin, ogen aan de rechterkant, zijlijn met een duidelijke welving ter hoogte van de borstvin.
- HABITAT: Benthische soort die op zandbodems leeft, vanaf de kust tot 150 m diepte.
- VOEDSEL: Schaaldieren, tweekleppige weekdieren, ringwormen, stekelhuidigen en enkele kleine vissen.
- GESLACHTSRIJP: 27 cm (5 jaar/vrouwtjes); 24 cm (3-4 jaar/mannetjes).
- PAAITIJD: Het Engels Kanaal en Noordzee: januari tot juni.
- LEEFTIJD: 12 jaar.
De gewone schar behoort tot de orde van de platvissen (pleuronectiformes, die volgens biologen uit 760 soorten en 11 families bestaat. Schar behoort tot dezelfde familie als de schollen (zoals de scharbot, bot, heilbot) die alleen al 103 soorten telt.
➜ VANGST
De schar komt voor van IJsland tot aan de Golf van Biskaje, maar is het meest voorkomend in de Noordzee, het Skagerrak, het Kattegat, de Ierse Zee en het Engels Kanaal. In Frankrijk en België wordt op deze soort niet gericht gevist. Hij wordt wel als bijvangst gevangen tijdens andere visserijen op plat- of bodemvissen, door bodemsleepnetten of boomkorkotters. Zo werd in 2022 in België 181 ton, als bijvangst, aangevoerd. Op schar wordt alleen gevist door Europese vloten die actief zijn in de noordoostelijke Atlantische Oceaan. In 2021 werd 5.455 ton aangevoerd.

Rechts kijkende of links kijkende vissen
Platvissen ondergaan tijdens hun groei een buitengewone metamorfose. Ze worden geboren zoals alle vissen met een oog aan beide zijden. Tijdens hun ontwikkeling vlakken ze af, met als gevolg dat 1 oog migreert naar het bovenoppervlak (want dat zou het nut zijn van een oog dat naar de bodem kijkt). Afhankelijk van de familie wordt dit het rechteroog (in Pleuronectidae en Soleidae) of het linkeroog (in Scophthalmidae en Cynoglossidae) dat verplaatst. Er zijn echter zogenaamde omgekeerde individuen waarbij het oog naar de verkeerde kant migreert. Gevallen van omgekeerde migraties komen veel voor bij de schar. Tijdens deze bijzondere metamorfose beweegt ook een neusgat, wordt de mond min of meer misvormd en wordt de huid aan de dorsale zijde gepigmenteerd en vlekkerig. Dit zorgt voor een beschermende schutkleur. De gewone schar is te herkennen aan een laterale lijn boven de borstvin.
➜ TOESTAND VAN DE BESTANDEN


➜ BEHEER VAN DE BESTANDEN
Sinds 2017 worden scharbestanden niet langer onderworpen aan TAC’s; deze soort valt dus sinds 2019 niet meer onder de aanlandingsverplichting. Volgens wetenschappers vormt deze beslissing geen risico voor de soort, zolang de visserijen waarin schar een bijvangst is, de doelsoorten duurzaam blijft bevissen. Het teruggooipercentage in de Noordzee wordt echter wel als te hoog ingeschat. Er bestaan geen richtlijnen qua minimale vangstgrootte voor de schar, maar door gemeenschappelijke handelsafspraken werd een minimumgewicht van 130 g vastgelegd. België beperkt de minimale grootte tot 23 cm.
Gewone schar mag niet verward worden met schartong (Lepidorhombus whiffiagonis). Japanse schar (Limanda aspera) is ook te vinden op onze markten. Deze wordt voornamelijk door de Verenigde Staten gevangen in de noordelijke Stille Oceaan waarna deze vis op onze markten komt onder de vorm van filets, bevroren en zonder vel. Twee visserijen in Alaska zijn MSC-gecertificeerd.
CONSUMPTIE
Schar wordt voornamelijk vers in zijn geheel of als filets (vers of diepgevroren) op de markt gebracht. In Frankrijk is de consumptie tussen 2019 en 2020 ongeveer stabiel gebleven (ongeveer 1.100 ton). In België wordt deze soort zeer gewaardeerd en erkend als een smakelijke vis. In 2021 werd door de Belg thuis 335 ton diepgevroren schar geconsumeerd.
Seizoensgebondenheid, met uitzondering van platvissen.
Voor de meeste soorten is seizoensgebondenheid niet noodzakelijk een duurzaamheidscriterium. Vaak komen seizoenskalenders overeen met de periodes van het jaar waarin de vangsten het grootst zijn, omdat de vissen dan samenkomen om zich voort te planten. Hierdoor zijn ze toegankelijker voor de visserijactiviteiten en worden ze dus vaker op de markt aangetroffen. Echter, de consumptie van platvis tijdens de voortplantingsperiode moet vermeden worden. Tijdens deze periodes is hun vlees zacht en moeilijk te verwerken. Het verlies aan ‘materiaal’ is dus aanzienlijk, wat resulteert in onnodig verspilling en een lage economische waardering. Bovendien zijn de geslachtsorganen van de vrouwtjes tijdens deze periode groot en vormen ze een aanzienlijk gewicht van de vis. Dit betekent dat het deel dat eetbaar is duurder zal zijn voor de consument (prijs per kg).

TE ONTHOUDEN
➜ De schar wordt voornamelijk als bijvangst gevangen.
➜ Sinds 2018 zijn schar-bestanden niet meer aan vangstbeperkingen gebonden.
➜ Het bestand in de Noordzee, het Skagerrak en het Kattegat verkeert in goede staat, maar het verlies door teruggooi is vrij hoog.
➜ Het Oostzeebestand vertoont over het algemeen een toenemende biomassa (ondanks een recente daling) en een lage exploitatiegraad.
AANBEVELINGEN VOOR AANKOOP
Met mate: bestanden uit de Noordzee, Skagerrak en Kattegat (bestand in goede staat maar zeer hoge teruggooi), Oostzeebestand.
Geef de voorkeur aan exemplaren met een grootte > 27 cm of grote filets van volwassen individuen die tijd hebben gehad om zich voort te planten.
vermijd het eten van schar tijdens de paaiperiode (januari tot juni).