Laatst bijgewerkt: Mei 2025
➜ BIOLOGIE
- FAMILIE: Gadidae
- KENMERKEN: Spoelvormig lichaam, zilvergrijze rug, witte buik en donkere vlek onder zijlijn, kleine baardharen op onderkaak.
- HABITAT: Demersale soort die in de noordoostelijke Atlantische Oceaan in de buurt van rots-, grind- of zandbodems tussen 40 en 300 m diep leeft, van IJsland tot Noord-Noorwegen tot de Golf van Biskaje, en in het noordwesten van de Atlantische Oceaan.
- VOEDSEL: Schaaldieren, weekdieren, ringwormen, stekelhuidigen, wormen en vissen.
- GESLACHTSRIJP: Noordoost-Atlantische Oceaan: 46 cm (5 jaar/vrouwtjes); 41 cm (4 jaar/mannetjes). Vroeger in de Noordzee (33 cm/3 jaar/vrouwtjes; 28 cm/2 jaar/mannetjes).
- PAAITIJD: Van februari tot juni.
- LEEFTIJD: 20 jaar.
Zowel lodde als schelvis staan op het menu van de zeezoogdieren in het Arctisch gebied. Hoe meer lodde er is, hoe meer schelvis gespaard blijft van zeehonden en walvissen.
➜ VANGST
Op de schelvis wordt het hele jaar door gevist, zowel in de noordoostelijke als noordwestelijke Atlantische Oceaan (respectievelijk 294.999 en 14.346 ton in 2022). Op schelvis wordt voornamelijk gevist met bodemsleepnetten. Frankrijk is qua tonnage het belangrijkste land dat op de schelvispopulaties in de Keltische Zee en het Engels Kanaal vist, gevolgd door Ierland. De Belgische vloten richten zich niet op deze soort, maar in 2022 vingen Belgische vissers toch 430 ton (vooral als bijvangst). België verhandelt een groot deel van het schelvisquotum voor andere soorten met andere EU-landen.


➜ TOESTAND VAN DE BESTANDEN


➜ BEHEER VAN DE BESTANDEN
❚❙ Noordoost-Atlantische Oceaan: de belangrijkste beheersmaatregelen voor schelvisbestanden omvatten TAC's en een minimumvangstgrootte. Een uitzondering hierop is het bestand van de Faeröer eilanden. Hier werden nooit, sinds het begin van de beheermaatregelen in 1996, TAC’s opgesteld. Ook het bestand uit IJsland is een uitzondering. Hier werd wel een minimummaaswijdte, maar
geen minimumvangstgrootte opgesteld.
Er bestaan beheerplannen voor de volgende bestanden:
Noordoost-Arctisch gebied: plan opgesteld in 2004 door Noorwegen en Rusland. Dankzij dit plan is er een forse vermindering van illegale visserij in dit gebied.
Noordzee, West-Schotland en Skagerrak: dit bestand is opgenomen in het "meerjarig beheersplan voor demersale soorten in de Noordzee”. Het plan werd goedgekeurd door de EU in 2018, maar is niet geratificeerd door Noorwegen en Verenigd Koninkrijk.
Bestand in de Ierse Zee, de Keltische Zee en het Engels Kanaalbestand, Rockall-bestand: deze drie bestanden werden opgenomen in het "meerjarig beheersplan voor de visserij in de westelijke en aangrenzende wateren". Het plan is goedgekeurd door de EU in 2019. De bestanden in de Ierse Zee, Keltische Zee en het Engels Kanaal worden gedeeld tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, maar er bestaat geen gemeenschappelijk beheersplan voor deze bestanden.
IJsland: plan geïmplementeerd in 2013.
Faeröer eilanden: plan geïmplementeerd in 2021.
Bestanden waarvoor de TAC's wetenschappelijk advies (2024) volgen:
- IJsland
- Rockall
- Ierse Zee
- Keltische Zee en Engels Kanaal
- Noordzee, West-Schotland en Skagerrak
Bestanden waarvoor de TAC’s het wetenschappelijk advies (2024) niet volgen:
- Noordoost Arctische zone
Er is sinds 1996 geen TAC vastgesteld voor het Faeröerse bestand.
Minimale grootte:
Binnen EU
Noordoost Atlantische Oceaan: > 30 cm
Skagerrak-Kattegat: > 27 cm
Buiten EU
Noorwegen en Rusland: > 40 cm
Faeröer eilanden: > 37 cm
Keuze van vistuig:
Om jonge exemplaren te helpen ontsnappen aan trawler-visserij, worden er sinds 1997 "ontsnappingsroosters" gebruikt in de Barentszzee en in de wateren rond Spitsbergen. Om dezelfde reden gebruikt men sinds 2012 panelen met vierkante mazen in het Engels Kanaal en de Keltische Zee. In 2020 werden ook corrigerende maatregelen genomen om de kabeljauw- en wijtingbestanden in de Keltische Zee weer op te bouwen. Deze omvatten visserijbeperkingen in zones 7.f-g en een deel van de zones 7.h en 7.j, voor bodemsleepnetten en Deense of Schotse zegens waarvan de vangsten uit minimaal 20% schelvis bestaan.
CONSUMPTIE
Schelvis wordt zelden als geheel verkocht. De soort wordt voornamelijk als verse of diepgevroren filets op de markt gebracht. Hiernaast wordt het ook verkocht als filets met huid, koud gerookt (“haddock”). Het Verenigd Koninkrijk is verreweg de grootste consument van schelvis, die samen met kabeljauw begeerd wordt bij de “fish and chips” liefhebbers. In Frankrijk hoort schelvis tot de top-15 van verse vis die door huishoudens het meest wordt geconsumeerd. De Franse import bestaat voornamelijk uit verse vis uit Noorwegen en Denemarken. België importeert uit Nederland en IJsland. In 2021 in totaal 5.100 ton. Hiervan werd 600 ton terug geëxporteerd binnen EU. Belgische gezinnen
consumeerden 600 ton schelvis.
ECOLABELS
MSC • 19 schelvis-visserijen die actief zijn in de Noord-Atlantische Oceaan werden gecertificeerd (waaronder de rederij EURONOR en de Compagnie de Pêche de Saint-Malo).
TE ONTHOUDEN
➜ Op schelvis wordt voornamelijk gevist met bodemsleepnetten.
➜ Het bestand van de Noordzee, West-Schotland, Skagerrak, het bestand in de Ierse Zee en dat van Rockall verkeert in goede staat, maar het teruggooi-percentage is hoger geworden.
➜ De andere schelvisbestanden in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan worden overbevist, maar hun reproductieve biomassa valt binnen biologisch veilige grenzen.
AANBEVELINGEN VOOR AANKOOP
Bij voorkeur: bestanden van Faroër eilanden, noordoostelijk Arctisch bestand (Barentszzee en Noorse Zee).
Met mate te consumeren: bestanden van de Noordzee, West-Schotland en Skagerrak, bestanden uit de Ierse Zee, bestanden uit Rockall (bestanden in goede staat maar hoge teruggooipercentages).
Geef de voorkeur aan exemplaren met een grootte > 33 cm (Noordzee), > 46 cm (alle andere gebieden) of grote filets van volwassen individuen die tijd hebben gehad om zich voort te planten.
Te vermijden: IJslands bestand, Keltische Zee en Engels Kanaalbestand.